De maatschappelijk opgaven vragen om een integrale inbreng. De Omgevingswet vertrekt vanuit deze gedachte en dwingt deze samenhang ook af. Dat betekent ook dat we er van tevoren goed over na moeten denken hoe we een gebied meer als een geheel moeten benaderen, inclusief de boven- en de ondergrond. Voor “boven en de onderwereld” is dat een hele omschakeling om bodem niet sectoraal te benaderen; maar boven en ondergrondse ontwikkeling integraal zo op elkaar af te stemmen o.a. gelet op maatschappelijk vragen. Hoe werkt dat, bodem en ondergrond binnen een integrale gebiedsbenadering? Wat moet je nu uiteindelijk geregeld hebben of krijgen in een omgevingsplan, visie of programma?

Mark in ’t Veld van TAUW heeft hier dagelijks mee te maken en heeft er wel een mening over. ‘Het schrikbeeld bij integraliteit is dat je altijd alles met alles moet verbinden. Als je bezig bent met het inpassen van bijvoorbeeld een warmtenet dan is dat al lastig genoeg. Je moet al rekening houden met wensen vanuit diverse groepen en kijken naar koppelkansen. Bovendien lopen niet alle ontwikkelingen in hetzelfde tempo en heb je niet de luxe om daarop te wachten. Aan de andere kant moet je je realiseren dat de beschikbare ruimte zowel boven- als ondergronds beperkt is. Door vast te houden aan “wie eerst komt eerst maalt” loop je het risico dat er straks geen ruimte meer is voor andere noodzakelijke ontwikkelingen en laat je kansen liggen. ’ Maar hoe geeft je dat handen en voeten?

Bovengronds en ondergronds bij elkaar brengen

Het is druk in de bodem en ondergrond. In de bovenste meters moet er ruimte zijn voor ondergrondse voorzieningen en gebouwen, voor kabels en leidingen maar ook voor infiltratie van hemelwater en voor meer bomen en groen. In het grondwater strijden bodemenergie en geothermie om de beschikbare ruimte met drinkwaterwinning en de zorg voor de kwaliteit van ons grondwater. De afstand tussen boven en beneden is in de praktijk groot. We zijn vanuit de ruimtelijke ordening gewend te denken vanuit de bovengrond. De verduurzamingsopgaven hebben echter een grote impact op de ondergrond. Zonder boven- en ondergrond met elkaar te verbinden kunnen de doelstellingen gewoonweg niet gehaald worden.

Instrumenten van de omgevingswet helpen

Bodem was tot nog toe in de bestemmingsplannen niet of nauwelijks een issue. Nu echter alle gemeenten voor veel vragen bevoegd gezag zijn geworden; is dat anders. Op projectniveau komen we hier moeilijk uit, dat vraagt een blik van bovenaf.’ De omgevingsvisie en vooral het omgevingsprogramma bieden hiervoor volop mogelijkheden en kansen. Mark in ’t Veld zegt: spreek af welke maatschappelijke opgaven in welke gebieden prioriteit krijgen maar zorg dat “overall” iedereen zijn ambities zo goed mogelijk kan realiseren. Benoem de gebieden waar het nu of in toekomst gaat knellen en investeer in die gebieden in een strakke regie op de ondergrond en leg dan bijvoorbeeld een link tussen programma, visie en omgevingsplan; zodat je juridisch en financieel dit borgt.

Mark in ’t Veld is een van de docenten van de cursus Bodem Toekomstbestendig, waarbij de rol van bodem in de Omgevingswet, energietransitie, circulariteit en klimaatadaptatie uitgebreid aan bod komt. Meer informatie vind je hier. Ben je meer geinteresseerd in Duurzame Gebiedsontwikkeling in het algemeen? Kijk dan hier.

Geef een reactie